zaterdag 29 augustus 2009

Lastige, vieze en griezelige dieren zijn vaak nuttig !!


Regelmatig vragen lezers van de natuurpagina of ik kan zeggen wat het nut van het een of andere dier is. Bijen zijn nuttiger dan wespen, lieveheersbeestjes zien we liever dan bladluizen en kerkuilen worden positiever beoordeeld dan veldmuizen.

Wie bepaalt er nu of een plant of een dier nuttig of schadelijk is? Veel mensen vinden spinnen, muizen en padden griezelig. Doodgravers, mestkevers en strontvliegen zijn vies. Teken, muggen, regendazen en wespen worden al gauw gevaarlijk genoemd. Als de soort ook nog massaal aanwezig is, spreken we direct van een plaag. En plaagdieren moeten te vuur en te zwaard bestreden worden.

Wat kunnen we toch overdrijven! Moeten er nu echt in elke gemeente mensen in witte pakken, gewapend met enorme stofzuigers, de straat opgestuurd worden om de rupsen van de eikenprocessievlinder te lijf te gaan? In Tsjechiƫ en ook op veel plaatsen in Frankrijk is deze vlinder een algemene soort en kent men de luxe niet van het ongelimiteerd bestrijden. Winnen doen we die strijd toch niet: kennelijk is door de klimaatverandering het biotoop ook bij ons geschikt geworden voor de processierupsen. De populatie zal over een paar jaar wel stabiliseren: dan hebben de natuurlijke vijanden van de vlinder, zoals sluipwespen, ons land ook bereikt. Het criterium om een soort nuttig of schadelijk te noemen, mag niet zijn 'lastig', 'vies' of 'griezelig'. 'Financieel nadeel' en 'gevaar voor de volksgezondheid' snijden wel hout. Ik kan tegen iedereen zeggen dat een vos nuttig is, maar bij de meeste jagers hoef je daar niet mee aan te komen. De jager beschouwt de vos als concurrent, omdat een vos wel eens een fazant opvreet. In feite is de jager een concurrent van de vos. Wie moet er ook al weer van de fazant leven?

Veel boeren klagen terecht over ganzenschade. Met zoveel ganzen kan schade aan gewassen niet uitblijven. Als verjagen niet helpt, moet er maar geschoten worden; maar schiet dan niet op de vos. Hij is de enige predator die de ganzenstand binnen de perken kan houden.

Schieten op vossen mag van mij wel op Vlieland; daar hoort Reintje immers niet thuis. In korte tijd heeft de vos daar honderden nesten van bodembroeders, zoals de lepelaar, leeggehaald. Waarschijnlijk is het roofdier door idioten op dit eiland uitgezet. Dat gebeurde eerder met edelherten op Terschelling. Ondoordachte acties waardoor nuttige dieren schadelijk kunnen worden.

Als je hypergevoelig bent voor wespengif, duld je geen wespennest in je directe omgeving. Maar je rent ook niet, als je wat meer wespen dan normaal ziet vliegen, meteen naar de Blokker of de Marskramer om een elektrische wespenpletter aan te schaffen. Er zijn in ons land al tienduizenden van die onzinapparaten over de toonbank gegaan en ze schijnen inmiddels uitverkocht te zijn. De importeur meldde een paar dagen geleden dat een volgende container uit China met daarin 35.000 meppers, pas eind september wordt verwacht. Dat is goed nieuws voor de wespen, want ook al hebben we er dit jaar meer dan normaal: wespen zijn enorm nuttig, omdat ze hun larven grootbrengen met veelal schadelijke vliegen.

Wat schadelijke vliegen? Bestaan er dan ook nuttige vliegen? Natuurlijk is de ene vlieg de andere niet. Over het nut van sluipvliegen, roofvliegen en zweefvliegen bestaat geen twijfel. De eerste twee voeden zich met hoofdzakelijk schadelijke insecten, de derde groep speelt een belangrijke rol bij de bestuiving van bloemen. Drek- of strontvliegen zorgen in een recordtempo voor de afbraak van mest, waardoor de kringloop van voedingsstoffen sneller gesloten wordt.

Dat ervaar ik dagelijks in onze wei. Als een van onze paarden net gekeuteld heeft, dienen zich binnen een paar minuten de eerste vliegen aan. Er zijn er zelfs die copulerend komen aanvliegen. Er wordt niet alleen gepaard op het verse uitwerpsel, er wordt ook gedronken van de mest. Drinken is iets anders dan eten. De strontvlieg, Scatophaga stercoraria, is, anders dan de naam doet vermoeden, een ware vleeseter. Er wordt op de paardenvijgen gejaagd op kleine zwarte vliegjes met glasheldere vleugels, een andere strontvlieg die zich wel met de mest voedt. Onze drekvlieg houdt zich wat de voeding betreft niet alleen met lilliputters bezig, zelfs de grote goudvlieg is haar leven op een paardenvijg niet zeker. Wanneer Scatophaga haar eieren in de mest heeft gelegd, krioelt deze binnen de kortst mogelijke tijd van de witte maden. De maden eten zich een aantal dagen vol met de mest. Spreeuwen en kauwtjes kunnen kennelijk aan de consistentie van de keutels zien wanneer hun tijd is gekomen. De drollen worden op zoek naar de vette maden compleet op de kop gezet.

Niet alleen strontvliegen, ook vleesvliegen zijn onmisbare hulpjes van Moeder Natuur. Zij ruimen geen mest, maar kadavers op. Dit bracht Linnaeus (1707-1778) tot de uitspraak: drie vliegen kunnen een kadaver even vlug oppeuzelen als een leeuw! Zo'n uitspraak is alleen maar te begrijpen als we de levenscyclus van de vleesvlieg kennen. Vleesvliegen zijn, als de temperatuur boven de 25 graden komt, binnen vier dagen opa en oma. Ze blijven maanden lang leven. Logisch dat de verschillende generaties met de duizenden nakomelingen binnen de kortst mogelijke tijd de weke delen van een lijk opruimen.

Dat heb ik recent nog in de Morvan in Frankrijk meegemaakt. Niet ver van ons huisje lag in de berm een dode das. Ik wilde de schedel van deze grote marterachtige graag hebben, maar omdat het dier 'op springen' stond, heb ik het lijk voorzichtig uit het zicht in de berm geschoven. Drie weken later waren we er weer: aan het kadaver was geen vezel vlees meer te bekennen. De schedel staat nu bij mij in de kast!

Een dode das is als kadaver te groot voor doodgravers. Deze kevers begraven in groepsverband binnen twee dagen een dode vogel, muis of mol. Ze werken de aarde onder het lijkje weg, waarna dit in het graf zakt. Pas als er weer 'zand over kan' worden er eieren in het dan al meer dan adellijke vlees gelegd. Ik heb het werk van de doodgravers in de Morvan heel goed kunnen volgen, toen er zich tegen ons raam een jonge merel dood vloog. De blauwe vleesvlieg was binnen een paar uur aanwezig en twee dagen later krioelde het mereljong van de maden. Toen ik het lijkje omkeerde, schoten er wel tien oranjezwart getekende kevers tussen de veren weg. Kennelijk zijn deze doodgravers erg lichtschuw, want het kostte veel moeite er een te fotograferen. Nuttige of schadelijke soorten? Waar hebben we het over?

Bron: de Gelderlander

Geen opmerkingen: