woensdag 26 augustus 2009

Oeverzwaluw geen metselaar, maar grondwerker


Het is niet de eerste keer dat een lezer van de natuurpagina mij wijst op bouwwerkzaamheden rond een oeverzwaluwkolonie. Begin mei 2003 kregen de bouwers van de Betuwelijn er ongewild een aantal grondwerkers bij. In het talud van het nieuwe viaduct over de N325 bij Ressen nestelden zich in een mum van tijd bijna honderd paartjes oeverzwaluwen.

De werkzaamheden zijn na goed overleg gedeeltelijk stil gelegd. In het begin was de verstoring nog erg groot. Op een gegeven ogenblik, toen er een scheidingswand op betonnen voeten werd geplaatst, is een gedeelte van de steile wand ingezakt. Er waren op dat moment 98 nestpijpen. Omdat de vogels nog aan het nestelen waren en pas een enkel paar op eieren zat – jongen waren er zeker nog niet – zal het aantal slachtoffers relatief beperkt zijn gebleven. Zeker de helft van de vogels was op het moment van de ramp niet thuis. Dat betekent, omdat er maar een oudervogel op de eieren zit, minder dan twintig doden. Maar wat zou er gebeurd zijn, als we niet een opmerkzame lezeres van De Gelderlander hadden gehad? Veel bouwers zouden het werk niet aangepast hebben, dat kost immers geld. De hele kolonie zou dan vroeg of laat onder het zand bedolven zijn. Nu konden er nog 48 paren hun jongen grootbrengen.

Koos Dansen is ook zo'n opmerkzame lezer. Hij zag eind mei boven een bouwplaats in de Arnhemse nieuwbouwwijk 'Schuytgraaf' een groep oeverzwaluwen vliegen. Dan moeten er ook nesten zijn, dacht Koos, en die vond hij op een onmogelijke plaats, namelijk in een bouwput van nog geen drie bij anderhalve meter en ongeveer een meter diep. Eigenlijk enkel een gat met steile wanden. Net onder het maaiveld telde hij 21 nestholtes, verdeeld over alle vier de wanden. Een hopeloze broedplek: zelfs voor een pioniervogel gedoemd om te mislukken. Maar broedende vogels zijn wettelijk beschermd en daar komt bij dat de oeverzwaluw ook nog eens op de rode lijst staat. Koos zocht contact met Christine Paris, de Arnhemse stadsecologe. Zij regelde dat de werkzaamheden in de nestkuil werden stilgelegd en er een hekwerk omheen werd gezet. Prima geregeld, de oeverzwaluwen gingen broeden en Koos ging drie weken met vakantie.

Toen hij weer thuis was, ging hij meteen naar 'zijn' oeverzwaluwen kijken. En het zag er goed uit: 12 tot 15 nesten met 3 tot 5 bijna vliegvlugge jongen, een broedsucces van rond de 50! Twee weken geleden zijn de jongen uitgevlogen. De stratenmakers waren de broedkolonie al tot op twintig meter genaderd, maar de zwaluwen trokken zich van alle bouwbedrijvigheid en bijbehorend motorgeronk niet veel aan. Als het bouwbedrijf slim was geweest, hadden ze direct na het uitvliegen van de jongen het gat gedicht. Dat is niet gebeurd: de zwaluwen zitten voor de tweede keer op eieren en dat betekent dat de stratenmakers maar vervroegd met bouwvakvakantie moeten. Goed voor de zwaluwen, maar misschien wel een financiële strop voor het bouwbedrijf.

Na de melding van Koos ben ik in de nieuwbouwwijk op zoek gegaan naar zijn zwaluwen. Ik heb ze met de grootste moeite gevonden. Het is in de Schuytgraaf één grote bouwput en je vraagt je af wat de vogels daar te zoeken hebben. Ik liep rond met een verrekijker en een fototoestel. Toen ik een van de stratenmakers in 'veld 5' vroeg of hij mij kon vertellen of er in de buurt een kolonie oeverzwaluwen zat, keek hij mij argwanend aan. "Al zou ik het weten: ik zou het niet vertellen", was zijn antwoord. Een 'deskundige', die weet dat een onverwachte vestiging van een kolonie in een gronddepot stagnatie in de bouw oplevert.

Ik heb daar begrip voor, want je moet je mensen toch aan het werk houden. Maar laten we eerlijk zijn: de natuur heeft het met onze expansiedrift al zo moeilijk. En als er regels zijn, dan moeten die ook worden nageleefd.

Het is prima, dat natuurliefhebbers kritisch kijken naar de vele bouwlocaties in ons land. Voor vragen over wat mag en wat niet mag heeft Vogelbescherming Nederland een website, speciaal over vogels en de wet geopend: www.vogelsendewet.nl .

Uiteindelijk heb ik de kolonie gevonden. Net zoals Koos zag ik boven een braakliggend terrein oeverzwaluwen voedselvluchten uitvoeren. De vogels wezen mij zelf de weg. Fantastisch: 25 nestpijpen in een gat van niks. Er zijn kunstnesten voor huis- en boerenzwaluwen, maar volgend jaar maak ik op ons terrein een bouwput voor oeverzwaluwen!

De oeverzwaluw is geen metselaar zoals de boerenzwaluw en de huiszwaluw, maar een grondwerker. Ik heb de zwaluwen in het talud van het viaduct bij Ressen in 2003 aan het werk gezien. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes waren als gekken met snavel en poten in de zandberg aan het graven. Een kostelijk gezicht. Overal vloog het zand in het rond. Sommige gangen bevinden zich op nog geen 20 centimeter van elkaar. De ruim 5 centimeter wijde gang loopt schuin omhoog en is 60-120 centimeter diep. De grondwerkers klaren het karwei in drie dagen. Aan het einde van de gang komt een ruime ronde broedholte die met plantenmateriaal, veertjes en haren wordt gestoffeerd. De koloniegrootte varieert van enkele tot vele honderden paren. In het buitenland, vooral langs de Oostzeekust komen kolonies voor van duizenden paren. De jongen worden met insecten gevoerd. Als ze op het punt van uitvliegen staan, kijken ze praktisch de hele dag vanuit de nestopening naar buiten. Als een van de oudervogels met een volle krop komt aanvliegen, schreeuwen ze het uit: hoe meer lawaai, hoe eerder je wat krijgt.

Op veel plaatsen zijn door natuurbeschermers voor de oeverzwaluw met succes kunstwanden aangelegd. Vaak is daar een vogelkijkhut bij gebouwd. Voor de natuurliefhebbers is het dan puur genieten. Koos vertelde mij ook bewoners van de Schuytgraaf zich betrokken voelen bij het wel en wee van de oeverzwaluwenkolonie. Een van hen, Ronald Schrijber, lid van de wijkraad en ook van de Vogelwerkgroep Arnhem, gaat zich met enkele anderen inzetten voor een permanente oeverzwaluwenwand in de wijk.

Bron: de Gelderlander

Geen opmerkingen: